14 Mei: Death Valley




Zaterdag 14 mei: Death Valley – Porterville

Als we in D.V. opstaan, 7.30 uur, is het nog tegen de 30 gr C. Eerst het blog ( 2 dagen) nog op het net, dan inpakken en wegwezen.
We rijden vanuit de vlakte richting het westen de bergen in, dalen weer helemaal af tot in een 2e zoutvlakte, de Panamint Valley. Nogmaals gaan we omhoog en verlaten D.V. Onderweg naar Lone Pine komen we langs een zoutmeer waar nog zout gewonnen wordt. Via de Whitney Portal Road rijden we naar de Alabama Hills, aan de voet van de Sierra Nevada. De Alabama Hills is een gebied met apart gevormde rotsen, ronde vormen en hier en daar een arch.



Bij de parkeerplaats zijn diverse mensen het uitzicht aan 't schilderen. Je kan hier de Mount Whitney zien liggen. Een van deze dames zit 100 m verderop en komt op een holletje naar de parkeerplaats: er kwam een ratelslang naar haar toe. Haar partner zat in de auto en gaat met z’n wandelstok erop af. Ik mee. In eerste instantie niets te zien maar dan zien we hem uit het struikgewas komen. De ribbels op 't eind van de staart zijn duidelijk te zien.


Hij is zo’n 60 cm lang en wil wel op de foto maar wilde niet ratelen. Even later kwamen we met deze meneer aan de praat, hij heeft een poos in Duitsland gewerkt en van daaruit Europa verkend. Allemaal vreselijk aardige mensen daar. Hij hoopt dat wij ook aardige mensen ontmoeten in de VS. Wij hebben nog geen negatieve ervaringen.
Na een leuke wandeling, met de auto in zuidelijke richting, lange saaie weg, we zien dat we aan het eind van de middag in Los Angeles zouden kunnen zijn. Dat nog maar niet.
Gaan rechtsaf en komen uit bij Lake Isabella. Vanuit de vlakte weer de bergen in, eerst door Joshua Trees.


Later wordt alles groen, groen gras, echte groene bomen. Bij Lake Isabella gaan we in beraad, eigenlijk willen we nog naar Porterville. We kunnen via een snelle omweg of binnendoor wat ws meer tijd kost en kiezen uiteraard voor het laatste. Het groene wordt geleidelijk aan vervangen door goudgeel gras. Vlak voor Porterville rijden we tussen de sinaasappel-, citroen- en grapefruit velden. Er liggen veel vruchten onder de bomen, oud en uitgedroogt.



Het is een mooie weg die erg veel op en neer gaat en ontelbare bochten heeft. In tegenstelling tot normaal weten we niet precies hoe we hebben gereden. Maar “Truus” wist het ons wel te vertellen. ”Truus is onze 3e passagier en voornamelijk verbaal aanwezig. Ze wijst ons de weg naar supermarkt, motel en in dit geval Porterville. En is tevens voorzien van de nr 1 t/m 250 van de Top 2000, vooral op de saaie wegen is dit een uitkomst. Lekker meezingen of hummen, met nrs van Bruce, Queen, the Beatles en Abba.